Varen op de wind, een echt zweverig gevoel.
Een optocht van busjes, al dan niet met aanhangwagen, lege ballonnen op een veld uitgerold, een Van Manen crew druk in de weer met manden koppelen, branders die een paar luidruchtige testvlammen uitstoten en dan wachten tot de windvlagen gingen liggen. We nemen plaats in het aangegeven deel van de mand. Een lid van de crew komt met een kabel aangerend, haakt die vast en wij gaan verlaten met 18 personen in de mand de aardbodem. Geleidelijk zweven we omhoog, terwijl de twee andere ballonnen nog beneden zijn. Even later zien wij de tweede ballon loskomen. Intussen geeft Richard (één van de twee piloten) uitleg waar en wat wij allemaal kunnen zien. Het boven ons hangende wolkendek wordt doorkliefd en na enige mistig zicht zweven wij boven de wolken, met het zonnetje er boven. De wattenbollen hebben hier en daar gaten, zodat wij de aardbodem toch kunnen zien. Op een gegeven moment zagen wij de schaduw van onze ballon op witte wolken, omringd door een flauwe regenboog. Rustig zweven wij richting oosten. Achter ons komen de beide andere ballonnen ook boven de wolken tevoorschijn. 2000 meter hoog zitten wij. Wat een adembenemend plaatje. De daling wordt ingezet, waarbij het net is of wij de zonsondergang zien. Dat is echter bedrog, want wij zakken door de wolken, waardoor het even wat donker is. Alsof het licht werd ingeschakeld zagen wij de IJssel helder met zijn grillige bochten en de daaraan liggende dorpen. Opvallend genoeg blijven de koeien in de weiland erg rustig, zelfs enigszins nieuwsgierig. Steeds lager dalend zien wij hazen panisch het hazenpad kiezen. Onderweg hadden wij de lighouding voor de landing geoefend. Hierdoor viel de stuiterlanding in het weiland in Achter-Drempt wel mee. Zonder blauwe plekken klommen we uit de mand en met verenigde krachten werd alles opgeborgen en naar het bedrijf van Manen gereden. Het was een memorabele tocht, vandaar dit uitvoerige verhaal.
Groet,
Ben Waanders.